API in Cirkus in Beweging

Elke jeugdorganisatie moet een Aanspreekpunt Integriteit (API) hebben. De Vlaamse overheid vraagt immers aan alle organisaties die met kinderen en jongeren werken, om een zo’n aanspreekpunt aan te duiden, dit naar aanleiding van het Vlaams Actieplan Integriteit. Ondertussen kan je op de site van het departement een duidelijk overzicht van het beleidsmatige luik vinden.

Wat?

De Aanspreekpersoon Integriteit, kortweg API, is de persoon die je kan contacteren in je organisatie als er sprake is van een integriteitsschending. Dat is elke vorm van lichamelijk, seksueel, moreel of psychisch gedrag waarvan jij vindt dat het over jouw grens gaat of over de grens van iemand anders.

Wie kan er terecht bij de API?

Deelnemers, vrijwilligers, leiding, ouders, oud-leiding: iedereen die op een bepaalde manier betrokken is bij de organisatie kan de API contacteren. Je hoeft zelf geen slachtoffer of getuige van bepaald gedrag te zijn. Zodra je een vermoeden of een slecht gevoel hebt, kan je contact opnemen.

Wat doet de API?

De API gaat aan de slag met wat jij vertelt, elke melding wordt serieus genomen. 

  • Eerste contact: de API is daarom het eerste contact bij meldingen. De API luistert naar jouw verhaal en probeert zo de situatie in te schatten. 
  • Coördinatie + doorverwijzing: nadien zal de API samen met de melder bekijken hoe de situatie het beste aangepakt kan worden en eventueel doorverwijzen naar andere organisaties. De API probeert de situatie beter te begrijpen en contacteert eventueel andere betrokkenen of instanties. Dat gebeurt altijd in overleg met de persoon die de melding doet. 
  • Opvolging: de API volgt de situatie met de melder op tot alles afgehandeld is. Samen bekijken ze hoe de nazorg het beste aangepakt kan worden.

Wat doet de API niet?

  • Hulpverlening: de API is geen hulpverlener en zal geen persoonlijk begeleidingstraject opstarten. Wel zal de API elke melding zo goed mogelijk opvolgen en ervoor zorgen dat er een goede doorverwijzing is naar de hulpverlening als dat nodig is. 
  • Onderzoeken: de API praat met de betrokkenen en probeert een goed beeld te krijgen van de situatie. Op basis daarvan zal de API de meest geschikte opvolging voorzien. De API zal echter nooit op onderzoek uitgaan naar wie juist de schuldige is en de reden waarom die schuldig is. 
  • Publieke bekendmaking: de API heeft geen beroepsgeheim, maar zal een melding nooit doorvertellen aan personen die niet kunnen helpen bij de opvolging.

Hoe gaat de API te werk?

De API gaat altijd heel discreet te werk, maar heeft geen beroepsgeheim. Als de API een melding krijgt die volgens hen bedreigend is, zal die de politie of een andere instantie contacteren. Dat gebeurt wel altijd na overleg met de melder. De API heeft vooral een adviserende rol. De focus van de API ligt op het welbevinden van de betrokken partijen en op een goede werking van de betrokken jeugdwerkgroepen.